Als je een huis koopt in Nederland betaal je overdrachtsbelasting. Niet leuk, maar zo is het nu eenmaal. De overdrachtsbelasting vormt samen met de notariskosten en de kadasterkosten de kosten koper. Deze kosten kunnen best hoog oplopen, dus het is zeker iets om rekening mee te houden als je een huis koopt. Maar niet iedereen hoeft overdrachtsbelasting te betalen, in tegenstelling tot wat je zou verwachten. Behoor jij ook tot deze groep geluksvogels?
Hoe hoog is de overdrachtsbelasting?
Het standaardtarief voor overdrachtsbelasting in Nederland is 2%. Dit tarief geldt in principe voor iedereen die een huis koopt om er zelf in te gaan te wonen. Dit is het grootste deel van de mensen dus. De overdrachtsbelasting wordt berekend over de aankoopprijs van de woning, dus hoe duurder de woning, hoe meer belasting je betaalt.
De notaris berekend de overdrachtsbelasting en int deze. Je moet de overdrachtsbelasting dus aan de notaris betalen, nog voordat de overdracht van de woning plaatsvindt. De notaris zorgt er vervolgens voor dat het geld wordt overgemaakt naar de Belastingdienst, dus hier hoef je zelf helemaal niets voor te doen.
Welke geluksvogels hoeven geen overdrachtsbelasting te betalen?
De grootste groep mensen die een huis kopen valt dus onder de groep die het standaardtarief moet betalen. Maar nu komt het: Niet iedereen hoeft overdrachtsbelasting te betalen. Er is namelijk ook een vrijstelling mogelijk, en dat is natuurlijk heel fijn, want dat kan je bakken met geld schelen! Om voor deze vrijstelling in aanmerking te komen moet je natuurlijk wel aan wat voorwaarden voldoen.
De vrijstelling op overdrachtsbelasting wordt ook wel de startersvrijstelling genoemd. De startersvrijstelling is in het leven geroepen om een starters een handje te helpen in deze oververhitte woningmarkt. Voor starters is het heel moeilijk om aan een woning te komen, dus op deze manier kunnen zijn een beetje geholpen worden. Maar wie wordt er voor de overdrachtsbelasting dan gezien als starter?
Iedereen tussen de 18 en de 35 jaar die nog niet eerder gebruik heeft gemaakt van de startersvrijstelling mag van de regeling gebruik maken. Dit kan dus ook als je niet je eerste woning, maar je tweede of derde woning koopt, zolang je nog maar niet eerder van deze regeling geprofiteerd hebt. Daarnaast mag de woning die je koopt niet meer waar zijn dan € 440.000,-. Uiteraard moet het wel gaan om een woning waar je zelf in gaat wonen, dus niet om een woning die je gaat verhuren of gaat flippen om hem vervolgens weer door te verkopen.
Welke tarieven overdrachtsbelasting zijn er nog meer?
Het standaardtarief is dus 2% en er zijn dus mensen die 0% betalen. Maar er is nog een tarief. Als je een woning koopt waar je niet zelf permanent in gaat wonen of een andere vorm van vastgoed dan een woning, betaal je juist een hoger tarief. Iedereen die een vakantiewoning, een bouwperceel, een loods, een kantoor, een woning voor de verhuur of een woning om te flippen en door te verkopen koopt, moet maar liefst 10,4% overdrachtsbelasting betalen.
Dit is heel veel geld en de reden hierachter is simpel: in een tijd waarin beleggers de starterswoningen van de markt ‘kaapten’ om hier grof geld mee te verdienen, vond de overheid dat er ingegrepen moest worden. Het verhoogde tarief was eerst 6%, later 8% en nu dus maar liefst 10,4%. Dit allemaal om het minder aantrekkelijk te maken voor beleggers. Want als de beleggers wegblijven van de woningmarkt, maken starters weer meer kans om een woning te kunnen kopen. En dat hebben ze momenteel hard nodig.
Hoe maak je gebruik van de startersvrijstelling?
Voldoe jij aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de startersvrijstelling? Goed nieuws, je hoeft hier helemaal niets voor te doen, behalve even dat huis te kopen. De notaris zorgt er vervolgens voor dat je gebruik kunt maken van de startersvrijstelling. Let dus goed op als je van plan bent een huis te gaan kopen en je de maximale leeftijd bijna bereikt of een huis zoekt van rond de 4,5 ton, want een klein verschil kan je duizenden euro’s schelen.
Ai, het belangrijkste punt staat niet correct aangegeven: de max. grens voor de vrijstelling is vanaf 1 januari €510.000 geworden! €440.000 is nog van vorig jaar.