In het huurhuis blijven wonen na het overlijden van je ouders: kan dat?

Als je ouders komen te overlijden is dat natuurlijk al heftig genoeg. Maar stel dat je dan in een huurwoning woont die op naam van je ouders staat, wat gebeurt er dan? Kun je in het huurhuis blijven wonen na overlijden van jouw ouders, of moet je de woning verlaten? We kunnen je alvast geruststellen, verhuizen is gelukkig niet meteen je grootste zorg als je ouders komen te overlijden.

De wet- en regelgeving is veranderd

Voorheen was het zo dat je als meerderjarig kind een huurhuis na het overlijden van je ouders meteen moest verlaten als je volwassen was, maar nog bij je ouders inwoonde. Gelukkig is daar verandering in gekomen in de nieuwe Gedragscode die is opgesteld tussen de verhuursector en de overheid.  

Op dit moment zijn de regels als volgt: een meerderjarige inwonende wees met een leeftijd tot en met 27 jaar mag in de huurwoning blijven wonen. Er zijn echter wel wat voorwaarden van toepassing.  

Zo moet de woning passen bij de grootte van het huishouden en het inkomen. Blijf je als wees alleen achter en is de woning te groot of is de huur van de woning te hoog ten opzichte van jouw inkomen, dan mag je maximaal 2 jaar in de huurwoning van je ouders blijven wonen na hun overlijden, zodat je de tijd hebt andere woonruimte te zoeken.

Verplichtingen voor de verhuurder

De verhuurder heeft een aantal verplichtingen waar hij aan moet voldoen in zo’n situatie. Hiermee heeft een verhuurder een zorgplicht naar de huurder toe en mogen ze je dus niet in de kou laten staan.  

Na die periode van twee jaar moet de verhuurder je namelijk een passende woning aanbieden als die er is. Je krijgt dan een huurcontract voor onbepaalde tijd. Als er geen andere passende woning is, moet de verhuurder je dat op tijd laten weten, zodat je tijd hebt om een andere woning te zoeken. Ook is de verhuurder verplicht je hulp aan te bieden, bijvoorbeeld door je door te sturen naar de juiste instanties.  

Bovendien moet een woningcorporatie gedurende die twee jaar ook de huur van de ouderlijke woning verlagen als die te hoog is voor je, óf je een goedkopere woning aanbieden. Is de woning niet van een woningcorporatie, maar van een andere verhuurder? Dan hoeft de verhuurder de huur niet te verlagen. Deze regeling geldt dus alleen voor woningcorporaties. Wel gelden alle regels zowel voor de sociale sector als voor de vrije huursector. Hier wordt dus geen onderscheid in gemaakt.

Gelden deze regels ook voor jou?

De regels uit de Gedragscode gelden voor meerderjarige, thuiswonende wezen tot en met 27 jaar. Die leeftijd van 27 jaar is geen harde grens. Als je iets ouder bent dan 27, maar wel ondersteuning nodig hebt, is de verhuurder verplicht de Gedragscode ook op jou toe te passen.  

Je bent en wees als je beide ouders verloren hebt, of als je maar één van je ouders kent of maar met één van hen contact hebt en die ouder komt te overlijden.  

Daarnaast moest je op het moment van overlijden bij die ouder inwonen en dus ook op dat adres ingeschreven staan.  

Schakel hulp in

Als je in het huurhuis na overlijden van je ouders mag blijven wonen is dat natuurlijk fijn, maar je krijgt dan toch een hoop op je bordje. Schakel daarom als je dat nodig hebt de hulp van een vertrouwenspersoon of maatschappelijk werker in om je bij te staan en alle zaken te regelen.  

Ga daarnaast ook na of je recht hebt op huursubsidie. Als je ouders overlijden verandert ook jouw financiële situatie en dan kan het zomaar zo zijn dat je hier recht op hebt, of misschien juist niet meer. Door op tijd actie te ondernemen voorkom je dat je geld misloopt of dat je later geld terug moet betalen, want dat soort problemen wil je er als wees echt niet bij hebben.  

Over Lydia