Over je vermogen moet je belasting betalen. De manier waarop dit voorheen altijd gebeurde mag niet meer gebruikt worden. Dit komt omdat de Belastingdienst uitging van een fictief rendement op spaartegoeden. Met name de mensen die hun geld op een spaarrekening hadden staan en niet belegden kwamen helemaal niet aan dit fictieve rendement. Dit houdt in dat zij jarenlang te veel belasting betaalden over hun spaargeld. Daarom zijn de regels met betrekking tot vermogensbelasting aangepast.
In dit artikel...
Overgangsregeling
Op dit moment zitten we in een overgangsregeling. Vanaf 2027 zou het nieuwe belastingstelsel met betrekking tot spaartegoeden en beleggingen in moeten aan. In de overgangsregeling wordt er al uitgegaan van een werkelijk rendement. Maar ook hier worden vaste tarieven voor gerekend. Wel wordt er nu onderscheid gemaakt in spaargeld en beleggingen, terwijl dat voorheen niet zo was.
Box 1, 2 of 3?
Nederland kent drie belastingboxen. Box 1, 2 en 3. Inkomsten uit werk en woning vallen in box 1. In box 2 valt het inkomen uit ‘aanmerkelijk belang’. Dit heeft betrekking op (mede-)eigenaarschap in een bedrijf zoals een BV of een NV. De omvang van dit (mede-)eigenaarschap bepaalt of het inkomen in box 2 of in box 3 valt. Tenslotte is er box 3. Hieronder vallen inkomsten uit sparen en beleggen. De vermogensbelasting heeft dus te maken met al het vermogen dat onder box 3 valt.
Vermogensbelasting 2024
Om uit te rekenen hoeveel vermogensbelasting je moet betalen, moet je eerst weten hoeveel vermogen je hebt. De Belastingdienst gaat altijd uit van de waarde van je vermogen op 1 januari. Dit wordt ook wel de peildatum genoemd.
Je vermogen zijn je bezittingen min je schulden. Maar niet al je bezittingen tellen mee. Je inboedel en auto tellen bijvoorbeeld niet meer voor je vermogen. Ook vallen alle bezittingen die onder box 1 of 2 vallen niet mee. Hetzelfde geldt voor de schulden die je in box 1 of 2 al afgetrokken hebt.
In box 1 valt bijvoorbeeld het inkomen uit je woning. Om dit te berekenen mag je hier de hypotheekschuld die je hebt op je eigen woning aftrekken. Deze kun je in box 3 dus niet nogmaals aftrekken.
Er geldt een drempelbedrag voor schulden die in box 3 vallen. Dit drempelbedrag is voor 2024 3.400 euro. Heb je een fiscaal partner? Dan geldt dit bedrag voor je jullie beiden en wordt dit bedrag dus verdubbeld. Creditcardschulden en belastingschulden mogen niet afgetrokken worden.
In 2023 is veranderd dat jouw aandeel in het vermogen van een VVE als je een appartement hebt niet meer als belegging, maar als spaartegoed gezien wordt. Dit is positief, want over spaargeld hoef je minder belasting te betalen dan over beleggingen. Hetzelfde geldt voor vermogen dat je op een derdenrekening bij een notaris hebt staan (wanneer je bijvoorbeeld een huis gekocht hebt en het geld staat al bij de notaris, maar de overdracht heeft nog niet plaatsgevonden).
Heffingsvrij vermogen
Een deel van je vermogen in box 3 is heffingsvrij. Dat wil zeggen dat je over dat deel geen vermogensbelasting hoeft te betalen. Het heffingsvrij vermogen is voor 2024 57.000 euro. Dit bedrag is hetzelfde als in 2023. Ook voor dit bedrag geldt dat het verdubbeld wordt als je een fiscaal partner hebt.
Je betaalt vermogensbelasting over het vermogen dat boven dit bedrag valt. Dus stel je hebt 58.000 euro, dan betaal je maar over 1.000 euro vermogensbelasting.
Korting voor milieuvriendelijk sparen en beleggen
Om milieuvriendelijk sparen en beleggen te stimuleren, geldt daarvoor in 2024 een hoger heffingsvrij vermogen. Het bedrag van 57.000 euro wordt voor milieuvriendelijk sparen en beleggen namelijk verhoogd naar 65.072, wat wederom wordt verdubbeld voor fiscale partners.
Daarnaast heb je recht op een extra belastingkorting van 0,7% van het vrijgestelde bedrag. Als je voor je kinderen milieuvriendelijke spaartegoeden of beleggingen hebt, tellen die ook mee. Onder milieuvriendelijk sparen en beleggen vallen over het algemeen groen sparen en groene obligaties, maar geen aandelen in bijvoorbeeld een windmolenpark.
Milieuvriendelijke spaar- en beleggingsopties zijn belastingtechnisch dan wel voordeliger, vaak leveren ze ook een aanzienlijk lager rendement op.
Tarieven vermogensbelasting
Volgens het nieuwe stelsel gelden er dus verschillende tarieven voor sparen en beleggen, terwijl hier vroeger één overkoepelend tarief voor was.
Voor spaargeld geldt een percentage van 0,01%. Voor beleggingen en andere bezittingen geldt een percentage van 6,17% en voor schulden geldt een tarief van 2,46%. De definitieve percentages voor 2023 worden in 2024 vastgesteld.
Jolanda says
Voor 2024 wordt verwacht dat voor banktegoeden een percentage van 1,03% (dit wordt in feb 2025 vastgesteld) wordt gerekend. De vermelden 0,01% is wat verwacht wordt voor 2023, maar is pas definitief in februari.
Misschien was het zorgvuldiger geweest om ook te vermelden dat je 36% van dit percentage aan belasting betaalt.
Jolanda says
Sorry, zie nu dat vermeld wordt dat het over 2023 gaat.
Jolanda says
Maar vind het verwarrend omdat de titel “vermogensbelasting 2024” is
Jolanda says
De juiste term is vermogensrendementsheffing en niet vermogensbelasting. Je betaalt een percentage van het (fictieve) rendement.