In tijden waarin het economisch wat minder gaat, verandert de samenleving in een ‘oppotsamenleving’, waarbij heel veel mensen hun geld bewaren voor wanneer het wat lastiger gaat, of voor als ze hun baan verliezen. Maar hoe hoog is het bedrag wat je op jouw spaarrekening moet hebben? Wanneer heb je nou genoeg spaargeld?
Nederland spaart wat af!
De gemiddelde Nederlander is al geen slechte spaarder ten opzichte van spaarders in andere landen, maar sinds de Corona crisis is er nog een tandje bij gezet. Tussen februari 2020 en april 2020 is er voor miljarden euros extra gespaard.
Een gemiddeld Nederlands huishouden heeft ongeveer € 40.000,- spaargeld. Maar dat is wel heel scheef verdeeld over de samenleving. Zo heeft een huishouden waarbij de hoofdkostwinner 25 jaar is slechts € 7.000,- spaargeld, stijgt dat al naar € 25.000,- voor de leeftijdscategorie tussen de 25 en 45 jaar oud, en hebben 65+-ers zelfs € 60.000,- spaargeld tot hun beschikking.
Ook hoe een huishouden is samengesteld is van invloed. Zo hebben mensen zonder kinderen meer spaargeld dan mensen met kinderen (snap ik heel goed, want kinderopvang is duur!), hebben singles minder spaargeld dan mensen die samen wonen, en hebben mensen met een koophuis meer spaargeld dan mensen met een huurhuis. Eigenlijk heel logisch.
Wat niet zo logisch is, is dat mensen met een niet-Westerse migratie achtergrond véél minder vermogen en spaargeld hebben dan mensen met een Westerse achtergrond. Dat zegt me dat er nog veel ongelijkheid is, ook in Nederland. En dat is niet okay.
Buffer sparen voor de eerste nood
Wanneer je nog helemaal geen spaargeld hebt, is het belangrijk om dit zo snel mogelijk wel te hebben. Je hebt namelijk echt een buffer nodig voor de eerste nood. Wat nou als jouw wasmachine ineens kapot gaat? Of de energierekening toch hoger uitvalt dan je had verwacht? Zonder spaargeld heeft een kleine tegenslag direct grote gevolgen. Misschien moet je wel gaan lenen, of sta je ineens rood (tegen hele hoge rente). Zonde.
De vuistregel voor het bedrag wat je nodig hebt voor de allereerste nood is dat je € 1.000,- beschikbaar zou moeten hebben om dit op te kunnen vangen. Ook als je nog bezig bent met het afbetalen van jouw schulden. Een nood-potje zorgt ervoor dat je geen nieuwe schulden hoeft te maken om een acuut probleem op te lossen.
Maar hoe krijg je dit bedrag bij elkaar?
Je kunt beginnen met het verlagen van jouw vaste maandlasten door bijvoorbeeld over te stappen naar een andere energieleverancier of kritisch kijken naar jouw abonnementen en andere rekeningen. Gebruik je het allemaal wel echt? Als het niet mogelijk is om hier nog verder op te besparen, dan kun je ook jouw variabele lasten onder de loep nemen. Kun je misschien iets minder uitgeven aan leuke dingen doen? Of zijn er manieren om te besparen op jouw boodschappen die jij nog niet gebruikt?
Als dit allemaal niet kan, dan betekent dit dat het water je echt aan de lippen staat. Je zou dan moeten gaan kijken naar een zogenaamd ‘gestript budget‘, waarbij je zo veel mogelijk luxe uit jouw leven probeert te bannen, zodat je in de toekomst minder zorgen hebt over geld. Dit is een behoorlijk heftige stap, maar zeker noodzakelijk als er geen enkele manier is om in jouw huidige budget met jouw huidige levensstijl te besparen om € 1.000,- bij elkaar te sparen.
Een noodpotje van € 1.000,- hoef je echt niet ineens bij elkaar te hebben. Zelfs al leg je elke week € 5,- weg, dan komt een gevulde noodpot langzaamaan dichterbij. Kleine stapjes zijn ook stapjes.
Maar welk bedrag heb je nu écht nodig als buffer op jouw spaarrekening?
Het hebben van een noodpotje van € 1.000,- is zeker niet genoeg als er echt nare dingen gebeuren en je bijvoorbeeld jouw baan verliest. Bedenk maar eens hoe veel je per maand uitgeeft, en hoe lastig het dan is om dit op te vangen als er € 0,- binnen komt op jouw rekening. Iek!
Gelukkig wonen we in een land waar veel zaken best goed geregeld zijn. Zo heb je bij baanverlies vaak recht op een werkeloosheidsuitkering (WW), en bestaat er ook zoiets als de bijstand als het echt even tegen zit. Desalniettemin zitten hier wel voorwaarden aan verbonden, waar je misschien helemaal niet aan wilt voldoen. Door het hebben van een flink grotere buffer, ‘koop’ je meer vrijheid om zelf keuzes te maken, zodat de overheid deze keuzes niet voor jou hoeft te maken.
Omdat niet iedereen zijn leven gelijk is, is het bedrag wat je nodig hebt als buffer ook niet gelijk. Het NIBUD adviseert mensen om 6 maanden te kunnen overbruggen zonder inkomen, door in te teren op jouw spaargeld. Heb je dan 6x jouw inkomen (en misschien dat van jouw partner) nodig als spaargeld? Nee. In zo’n situatie zul je gebruik gaan maken van jouw gestripte budget, waardoor jouw kosten per maand heel erg naar beneden gaan. De kosten uit jouw gestripte budget vermenigvuldig je met 6 (maanden) en dan heb je een goede indicator over wat het bedrag zou moeten zijn wat jij op jouw spaarrekening hebt.
Op de website van het NIBUD vind je ook een handige Buffer Berekenaar, waar je door informatie te geven over jouw situatie een pasklaar antwoord krijgt over hoe hoog het bedrag op jouw spaarrekening zou moeten zijn.
Het NIBUD geeft in mijn situatie aan dat ik € 29.000,- aan buffer zou moeten hebben. Dat komt vooral doordat ze de vervangingswaarde van onze auto op € 17.000,- inschatten. Wij zouden nooit een auto kopen voor die prijs, dus na aanpassing van dat bedrag komt ons bufferbedrag uit op € 16.000,-. Mijn eigen berekeningen komen uit op € 20.000,-, wat er mooi tussenin zit. Dat is dus het bedrag wat wij achter de hand willen hebbben.
Heb jij al een buffer opgebouwd? En hoe lang kan jij het redden zonder inkomen?
Geef een reactie